Slovenië
De republiek Slovenië ligt in Centraal-Europe op de Balkan. Slovenië was de noordelijkste deelrepubliek van het voormalige Joegoslavië voor de onafhankelijkheid in 1991. Met een oppervlakte van 20.273 km² is Slovenië 0,6x de grootte van Nederland en daarmee één van de kleinere staten van Europa. Slovenië wordt omringd door Oostenrijk (noorden), Hongarije (oosten), Italië (westen) en Kroatië (zuiden en zuidoosten). Tevens grenst Slovenië in het zuidwesten aan de Adriatische Zee.
Landschap
Over het algemeen is Slovenië bergachtig met in het midden en noordwesten toppen boven de 2500 meter. De gemiddelde hoogte is 600 meter, meer dan 90% ligt boven de 300 meter. De Kamniške Alpen en Julische Alpen liggen in het noordwesten van Slovenië. Hier ligt ook de hoogste berg, de Triglav, met 2864 meter.
Meer naar het zuidoosten zijn er heuvelachtige vlaktes en brede plateaus met een hoogte van 1000 – 1500 meter. De Karavanken (>2000 meter) en de Trnovski gozd (>1500 meter) zijn bergketens die langs de noordgrens van Slovenië ten zuiden van de Julische Alpen liggen. De dichtbeboste uitlopers van de Oostenrijkse Norische Alpen (tot 1542 meter) liggen ten oosten van de Karavanken.
Het wordt steeds vlakker in het oosten van Slovenië en hier zijn de Pomurje en de Pannonische vlakte, die grotendeels in Hongarije ligt. In het stroomgebied van de Sava en de krka in het zuiden en zuidoosten is het heuvelachtig.
Flora & fauna
In Slovenië zijn ca 2900 bomen- en plantensoorten, waarvan 70 soorten alleen in Slovenië voorkomen of hier voor het eerst zijn gezien. Het gaat hier om oa de Triglav-roos, de Carniolische sleutelbloem, de Julische papaver, de Carniola lelie, de Zois’ klokbloem, de Clusi’s die met name allen in de Julische Alpen zijn te vinden.
Ongeveer de helft van Slovenië is bedekt met bossen. De loof- en naaldbossen in de lager gelegen gebieden zijn ook oa varens, paardenstaarten en varens te vinden. De nationale boom van Slovenië is de winterlinde.
De naaldwouden met oa lariksen zijn vooral te vinden in de hoger gelegen gebieden. De boomgrens ligt boven de 2000 meter met net daaronder alleen nog enkele coniferen. Palmbomen en olijfbomen komen aan de warmere Adriatische kust voor. In de bergen komt vooral alpenflora voor. In het overige deel van Slovenië komen de sleutelbloem, sneeuwbal, klaproos, klokbloem, zegge en viooltje veel voor. De anjer is de nationale bloem van Slovenië.
Veel voorkomende dieren zijn de steenbok, gems, haas, konijn, marmot, sneeuwhoen, fazant en patrijs. De vos, das en wezel komen minder vaak voor. De wolf, lynx, bruine beren en wilde zwijnen zijn gevaarlijkere dieren die steeds vaker gezien worden. Voor de Slovenen is de relmuis of zevenslaper een lekkernij. Dit diertje lijkt op een kruising tussen een muis en een eekhoorn en houdt een winterslaap van 7 maanden. Hij leeft met name van zaden, bessen, noten en insecten.
De zeldzame grotegel en de blinde roze/witte grotsalamander bijzonder. Deze grotsalamander, ook wel bekend als olm of grottenolm, komt alleen in Slovenië voor en is daarom ook, naast het Lippizanerpaard, het nationale dier van Slovenië. Het diertje kan jaren zonder voedsel en is niet verwant aan andere amfibieën. De zwarte variant werd in 1990 ontdekt.
Onder de vogels zijn de reiger, hop, steenarend, korhoen, scharrelaar en trekvogels als de wilde eens en wilde gans veel voorkomend. Van maart tot september broedt de ooievaar die vooral in Pomurje voorkomt.
Sinds 1580 worden de lippizaner paarden in de wereldberoemde stoeterij van Lipica gefokt. In eerste instantie was dit een kruising tussen Andalusische paarden en vooral een lokaal ras. Door dit ras een aantal eeuwen later te kruisen met witte Arabieren, ontstonden de bekende witte schimmels.
Hoofdstad
De hoofdstad van Slovenië is Ljubljana met diverse bezienswaardigheden en een interessante geschiedenis. Het is een goede combinatie van een kleine landelijke plaats en een moderne Europese hoofdstad.
Taal
Het Sloveens is de officiële taal in Slovenië. Daarnaast bestaan er nog circa 50 dialecten en subdialecten. Onder de jongeren wordt steeds meer Engels gesproken.
Klimaat
Slovenië heeft meerdere klimaatzones: een mediterraan klimaat in de kustgebieden in het zuidwesten, verder landinwaarts een gematigd zeeklimaat en een gematigd landklimaat in de hoger gelegen gebieden in het noorden en noordwesten. Op de hoogste bergtoppen is een koel landklimaat.
|
Gem. max. temp. (°C)
|
Gem. min. temp. (°C)
|
Gem. zonuren per dag
|
januari
|
2
|
-4
|
2
|
februari
|
6
|
-2
|
4
|
maart
|
10
|
1
|
5
|
april
|
15
|
4
|
6
|
mei
|
20
|
9
|
7
|
juni
|
23
|
12
|
8
|
juli
|
26
|
14
|
9
|
augustus
|
25
|
13
|
8
|
september
|
22
|
11
|
6
|
oktober
|
16
|
6
|
4
|
november
|
8
|
1
|
2
|
december
|
3
|
-3
|
2
|