Oostenrijk
Oostenrijk is een binnenstaat in Centraal-Europa. Officieel heet het de Republiek Oostenrijk. In het westen grenst Oostenrijk aan Liechtenstein en Zwitserland, in het zuiden aan Italië en Slovenië, in het oosten aan Slowakije en Hongarije en in het noorden aan Duitsland en Tsjechië. Oostenrijk heeft een oppervlakte van 83.871 km² en ligt in de Alpen. Oostenrijk is ca 2x zo groot als Nederland. Slechts 32% van Oostenrijk ligt onder de 500 meter. Wenen is de hoofdstad van Oostenrijk en is tevens de grootste stad van het land.
De geschiedenis van het land gaat terug tot de Romeinse tijd, maar het huidige Oostenrijk is een overblijfsel van het Keizerrijk Oostenrijk dat in de 19e eeuw tot de Europese grote mogendheden behoorde. Van 1867 tot 1918 van Oostenrijk onderdeel van de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Na de kortstondige Republiek Duits-Oostenrijk ontstond in 1919 de Eerste Oostenrijkse Republiek. In 1955 werd Oostenrijk weer zelfstandig na de Duitse Anschluss en de bezetting door de geallieerden. De Tweede Oostenrijkse Republiek was gevestigd.
Landschap
Van het Oostenrijkse oppervlakte behoort een kwart tot laag- en heuvelland. De overige 75% is middel- en hooggebergte waarvan de hoogste toppen bijna 4.000 meter bereiken. De Grossglockner is met bijna 3800 meter de hoogste berg. Een groot deel van het land wordt ingenomen door de Oost-Alpen. Het gebergte daalt naar het oosten af naar het heuvelland van het Wienerwald en naar de laagvlakte. Van de noordrand van de Alpen tot bij Wenen loopt het Alpenvoorland, een gebied met heuvelruggen, weiden, bossen en brede dalen. Het oosten van Oostenrijk bestaat uit heuvelland en vlakten. De Alpen eroderen onder invloed van het weer en de flora en fauna, waardoor een landschap met hoge pieken en diepe dalen ontstaat.
In de Alpen bewegen de gletsjers zich met 30 tot 150 meter per jaar voort. Er zijn ca 2000 Alpengletsjers in Oostenrijk. De Donau, de belangrijkste rivier van Oostenrijk, stroomt ca 350 km over Oostenrijkse bodem. Oostenrijk heeft ca 90 meren, waarvan de Attersee het grootste Alpenmeer van Oostenrijk is.
Flora & fauna
Oostenrijk is één van de bosrijkste landen van Europa, met ca 38% bos. Door de temperatuurverschillen verschilt de begroeiing op de berghellingen. Onder de 800 meter zijn veel weiden en akkers, bovem de 800 meter zijn loofbomen en nog hoger de naaldwouden. Na 1800 meter wordt de boomgrens bereikt, waarboven de Alpenweiden beginnen. Deze weiden liggen in de winter onder de sneeuw, maar in de lente verschijnt een zeer gevarieerde begroeiing met felle kleuren, zoals edelweiss, viooltje, anemoon, zeerood, alsem, vuurlelie en de sneeuwroos. Boven de 2200 meter groeit er ook geen gras meer, maar enkel nog mos en vetplantjes. Boven de 2800 meter zijn alleen nog rotsen zonder plantengroei.
De dierenwereld lijkt veel op die van Zwitserland en Zuid-Duitsland. In de bossen in Oostenrijk leven reeën, herten, vossen, wilde zwijnen, eekhoorns en dassen. Soms is er een bruine beer te zien. De wilde kat en lynx zijn door de mens in de Oostenrijkse natuur gebracht.
In de hooggebergte zijn dieren als Alpenmarmotten, steenbokken, sneeuwhazen en gemzen te vinden. In de gemengde bossen zie je de auerhaan, spotvogel en verschillende soorten spechten en mezen. Gier- en rotszwaluwen broeden in de rotsen en de raaf, steenarend, oehoe en lammergier, de grootste roofvogel van Europa, vinden we boven de boomgrens. In de buurt van moerassen en poelen leven verschillende soorten kikkers, padden, hagedissen en de Alpensalamander. Neusiedlersee is een wereldberoemd natuurreservaat. Dit meer is een groot en zeer ondiep zoetwatermeer met wisselende waterstand. Hier broeden oa de lepelaar, ooievaar, kleine zilverreiger en de purperreiger.
Hoofdstad
De hoofdstad van Oostenrijk is Wenen. Dit is tevens de grootste stad van het land. Wenen bestaat uit 23 districten en heeft 1,7 miljoen inwoners. Het centrum van Wenen werd in 2001 aangewezen als UNESCO Werelderfgoed.
Taal
Het grootste deel van de bevolking, 97%, is Duitstalig. Het overige deel bestaat uit Hongaren, Tsjechen, Slowaken, Slovenen en Kroaten die hun eigen taal spreken.
Klimaat
Oostenrijk kent drie verschillende klimaten: het hooggebergteklimaat in de hoogste gebieden van oa Tirol en Vorarlberg, een gematigd landklimaat in de lagergelegen delen en tussen deze klimaatzones een koud landklimaat met vrij koele zomers en koude winters. Het grimmige karakter van het weer komt door het landklimaat en doordat Oostenrijk vrijwel geen invloed heeft van de zee. Binnen één of enkele dagen kan het weer helemaal omslaan en er kunnen in het land op hetzelfde moment grote verschillen in weertypen voorkomen. Met name de Alpengebieden zijn hier gevoelig voor en het weer kan per berg of zelfs per zijde van een berg erg verschillen.
|
|
gem. max. temp. (°C)
|
gem. min. temp. (°C)
|
gem. zonuren per dag
|
januari
|
1
|
-5
|
2
|
februari
|
4
|
-3
|
4
|
maart
|
9
|
0
|
5
|
april
|
14
|
3
|
6
|
mei
|
19
|
8
|
7
|
juni
|
22
|
10
|
7
|
juli
|
24
|
13
|
8
|
augustus
|
24
|
13
|
8
|
september
|
20
|
9
|
6
|
oktober
|
13
|
4
|
4
|
november
|
6
|
-1
|
3
|
december
|
2
|
-4
|
2
|